Live from Jakarta

augustus 18, 2010

De tranen van Sukarno

Filed under: Uncategorized — lepeltak @ 12:21 am

De Jakartaanse revolutionaire fietsclub op viering '65 jaar onafhankelijk' (Eigen foto)

Leger van scholieren:

Gisteren was het- -onafhankelijkheidsdag in Indonesië. De Indonesiërs vierden massaal dat het precies 65 jaar geleden was dat nationalistische leiders Soekarno en Hatta de onafhankelijkheidsproclamatie voorlazen. Via de radio luisterden miljoenen Indonesiërs mee.

In Jakarta viert en herdenkt de Indonesische president op het paleis jaarlijks samen met alle buitenlandse ambassadeurs de onafhankelijkheid van Indonesië. De ceremonie vond dit jaar onder extra zware beveiliging plaats, nadat afgelopen maanden diverse terreurcomplotten tegen hoogwaardigheidsbekleders werden ontdekt. Het Indonesische volk kan slechts via de televisie meegenieten van de strak geregisseerde ceremonie.

In  het park Taman Proklamasi, in Menteng, houden stokoude veteranen sinds enkele jaren om acht uur s’ochtends hun eigen viering en herdenking. “We organiseren het ditmaal voor de derde keer om de veteranen ook iets te geven,”vertelde de coördinator Tony. Zijn vader had in de ‘revolutie’ bij de Tentara Pelajar gezeten, een leger bestaande uit jonge scholieren die voor onafhankelijkheid vochten. Tony’s vader was inmiddels overleden, maar tientallen strijdmakkers waren naar de bijeenkomst toegekomen. Ook vele historici en de bekendste fietsclub van Jakarta waren aanwezig.

Ingenieur Sukarno, naamgenoot van de eerste Indonesische president, besloot zich in 1946 op zijn vijftiende te voegen bij de Tentara Pelajar in zijn geboorteplaats Kebumen. “Het was de oproep van het vaderland. Ik wilde vrij zijn van de onderdrukker. Ik kreeg geen soldij, daar deed ik het ook niet voor,” vertelde Sukarno gisteren gehuld in safari-uniform na de ceremonie. Er volgden bloedige gevechten met de Nederlandse troepen in Midden-Java. “De Nederlanders waren tien keer beter bewapend. Maar we kenden het Nederlandse gezegde: ‘Wie niet sterk is, moet slim zijn.’ Dus we pasten onze tactiek aan.” Desondanks waren de verliezen bij het Tentara Pelajar groot. Sukarno raakte zichtbaar geëmotioneerd tijdens het gesprek. “Het zwaarste was een kannonade van Houwitsers in Kebumen, in 1947. Het vond plaats op een zondag. De Nederlanders beschoten ons van grote afstand. Er vielen wel vijfhonderd doden aan onze kant.”

“Ik was in het leger tot 1953, toen we werden gedemobiliseerd. De regering gaf ons de keuze: wil je in het leger blijven, naar school of werken? Ik wilde nog meer leren, en ging terug naar school.”

De veteranen vertellen allemaal dat ze geen enkele wrok voelen jegens Nederland. Ze hebben immers hun eigen vrijheid gewonnen. Wel gaf de 81-jarige Sukarno aan dat de Indonesische strijd voor onafhankelijkheid nog immer voortduurt: “Ik voel geen wraak. We zijn al vrij. Ik ben trots op mijn land. Maar we moeten blijven strijden voor betere economische ontwikkeling, er zijn nog zoveel tekorten in ons land.”

juli 6, 2010

Molotovcocktails en Spaarvarkens

Filed under: Uncategorized — lepeltak @ 10:05 am
Tags: ,

Tempo Magazine schuwt nooit de controversiele onderwerpen op de cover.

Ruim vijf jaar geleden schreef ik een scriptie over Tempo Magazine in Jakarta en de strijd van het weekblad voor persvrijheid in Indonesië.

Toentertijd schreef Tempo een artikel over de betrokkenheid van de omstreden zakenman Tomy Winata bij een grote brand op de textielmarkt Tanah Abang in Jakarta. Dagen na de publicatie bestormden honderden onbekende mannen de redactie van Tempo. De toenmalige hoofdredacteur Bambang Harymurti werd in elkaar geslagen.

Vannacht (6/7 ) hebben onbekenden drie molotovcocktails gegooid naar het redactiekantoor van Tempo in Jalan Proklamasi, Menteng in Jakarta. Opnieuw is Tempo een doelwit. Veel mensen spreken van een terroristische aanslag, de daders zijn nog onbekend. Gelukkig zijn er geen doden of gewonden gevallen.

De afgelopen week stond Tempo volop in de aandacht door het hooglopende conflict met de Indonesische politie. Een zeer onthullende reportage over de torenhoge en zeer geheime bankrekeningen van lieden in de Indonesische politietop was de oorzaak. Tempo koos voor een gedurfde cover met een dikke agent en drie grote spaarvarkens. En toen was het oorlog.

Op de dag van publicatie van de politie-reportage vorige week maandag zouden op veel verkoopplaatsen en krantenkiosken mysterieuze mannen zijn verschenen, die pardoes gehele Tempo oplagen opkochten. De Indonesische politie werd er in talloze media snel van beschuldigd alle Tempo’s met de spaarvarken-cover voor de neus van de Indonesische lezers weg te grissen.

De politie had inmiddels Tempo de oorlog verklaard. Het blad zou voor de rechter worden gesleept vanwege het beledigende karakter van de publicatie: De spaarvarkens op de cover zouden een onrein beeld bieden en vernederend zijn in het islamitische Indonesië. Volgens Tempo hebben de spaarvarkens helemaal niets met godsdienst te maken, en des te meer met de immense corruptie en zelfverrijking in de politietop.

Al bijna een jaar is de politie in een reusachtige interne burgeroorlog verwikkeld. Corrupte politiegeneraals worden klokkenluiders, en hun collega’s vechten voor hun carrière: ontslag of juist promotie. Temidden van deze loopgravenoorlog besloot Tempo uitgerekend op de 64e verjaardag van de Indonesische politie een nauwgezette onthulling in hun editie te plaatsen.

Onduidelijk was of de berichten klopten over anonieme politieagenten die lukraak Tempo-magazines kochten afgelopen week. Toen ik gisteren over de bekende verkeersader Jalan Gatot Subroto reed, zag ik straatverkopers met gekopieërde en gestencilde versies van Tempo lopen. Het is de eerste keer dat ik in Jakarta straatverkopers met zulke kopies van bladen zie lopen. Zijn alle Tempo’s werkelijk van de markt gehaald?

De Indonesische president Yudhoyono besloot gisteren in te grijpen. Tempo en oud-legergeneraal Yudhoyono kunnen best opschieten, en wellicht zorgt de politie met alle interne conflicten voor de nodige kopzorgen bij de president. President Yudhoyono wilde gisteren een punt zetten achter het conflict door politie en journalisten naar de persraad voor bemiddeling te bewegen. Hiermee leek de kwestie afgehandeld.

Totdat vannacht twee onbekenden op een motorfiets drie molotov-cocktails naar de redactie gooiden.

mei 11, 2010

Vaarwel Pans

Filed under: Uncategorized — lepeltak @ 4:07 am

Pans Schomper met zijn dochter Carrie voor het Gedung Joang 45, het oude Hotel Schomper in Batavia. Eigen Foto

Op maandag tien mei vernam ik het droevige nieuws dat Pans Schomper op 83-jarige leeftijd de zondag daarvoor is overleden.

Pans kwam al jarenlang zeker twee keer per jaar naar de plaats van zijn jeugd in Lembang, West-Java. Hier groeide hij op als tiener en stond hij bekend als Pans, een Sundanese verbastering van zijn geboortenaam Frans. Pans’s vader was eigenaar van het beroemde Hotel Schomper op de Jalan Menteng Raya, nummer 31 in Batavia. Hier beraamden nationalistische jongeren in 1945 een kortstondige ontvoering van leiders Soekarno en Mohammed Hatta en dwongen hen de proclamatie uit te spreken.

De 83-jarige levensgenieter vertelde altijd zonder aplomp over deze periode waarin hij de maanden na de Japanse capitulatie, zwervend en alleen, veelvuldig aan de dood ontsnapte.

Hij legde zijn ervaringen vast in het boek : ‘Indië Vaarwel. De belofte van de eierboer,’ waarin hij een rauw en realistisch beeld geeft van de Japanse bezetting en de Bersiap-periode. Het boek is is vele malen vertaald, waaronder ook in het Indonesisch en Japans.

Een van de belangrijkste jeugdherinneringen is zijn geboortehuis, het beroemde Hotel Schomper. Pans en zijn dochter werden altijd warm ontvangen door de Jakartaanse museumdirectie in het klassiek koloniale gebouw waar nu het historische museum Gedung Joang 45 is gevestigd. Bij een van de bezoeken was ik ook aanwezig.

Een keurig Javaanse meneer leidde het Nederlandse reisgezelschap rond in het aangenaam koele museum Schomper. Pans had tijdens een eerder bezoek besloten het museum te gaan ondersteunen. De aankoop van een airconditioning was zijn eerste gebaar. Binnen korte tijd had Pans ervoor al gezorgd dat alle videofilms Nederlandse ondertiteling kregen .

Hier  in het hotel rende Pans als kind rond en praatte hij met alle wonderlijke gasten in het hotel van zijn ouders. De ruimte ademt de sfeer van het vooroorlogse Batavia in al zijn menselijkheid. Pans was gek op het museum dat ook over een collectie Amerikaanse sleeën beschikt van de toenmalige Soekarno, waaronder een bollide beschadigd door de granaat-aanslag waarbij enkele scholieren omkwamen.

Pans liet zijn entourage van andere bezoekers steevast in tranen achter als hij vertelde over verloren vriendschappen en het weerzien met doodgewaande mensen. Maar Pans kreeg met zijn sierlijke sjaal en jaren zestig-pet ook de lachers op de hand.

Een andere kreet verkondigde hij onder anderen op luide toon toen hij een drukbezochte persconferentie van de Amerikaanse rockband Toto in het toenmalige Hilton Hotel binnenliep. De mond viel open van de bijna honderd aanwezige Indonesische journalisten toen de 80-plusser het beeld inliep en spontaan met de hippe bandleden van Toto ging converseren. Maar de door de wol geverfde journo’s brulden het lachend uit toen Pans zich tot hen richtte met zijn befaamde uitspraak: ‘Everybody Happy!’

Pans had veel meegemaakt, zo bleek ook in zijn boek. Maar het heeft hem nooit gebroken. Na de oorlog zette hij een succesvol bedrijf op dat plastic identiteitspassen, paspoorten en andere producten leverden. Bij een van zijn projecten was zelfs Koningin Beatrix aanwezig.

De laatste keer dat ik hem zag, was in Amsterdam afgelopen januari. Na een smakelijke lunch in het Indische restaurant Sama Sebo bij het Museumplein namen we afscheid. De 83-jarige schrijver en ondernemer nam plaats achter het stuur van zijn witte mercedes-sport en zwaaide terwijl hij richting het Leidseplein reed. Ik herinnerde direct zijn levensmotto: ‘Het leven gaat zoals het gaan moet.’



april 29, 2010

Costa Del Kuta

Filed under: Uncategorized — lepeltak @ 8:27 am

Balinese gids met westerse toeriste

Terug van een gezonde trip naar Bali en Lombok, ben ik eindelijk weer terug om mijn lezers van goede verhalen uit de Oost te voorzien.

Met twee vrienden was ik deze maand afgereisd naar het Lloret de Mar van Azië: Kuta Beach op Bali. Vooral veel ladderzatte Australiërs, maar ook leuke westerse meiden, hand in hand met Balinese jongens. Zo op het eerste oog een onschuldige vakantieliefde. Maar volgens de Indonesische autoriteiten is er meer aan de hand.

Vooral de Balinezen zijn razend. Een Singaporese regisseur haalde het in zijn hoofd om het best verborgen geheim van Bali te onthullen.

Met zijn documentaire ‘Cowboys in Paradise’ maakte regisseur Amit Virmani een ware filmhit. Maar het succes heeft ook een schaduwzijde. Virmani moet zich even niet laten zien op Bali.

Bali-gouverneur en voormalig politiecommandant Made Pastika toonde zich van zijn meest harde kant. Hij wil dat de regisseur met de billen bloot gaat. De politie heeft een strafrechterlijk onderzoek gestart naar de filmmaker. En intussen is een speciaal arrestatieteam deze week neergestreken op Kuta Beach, het beroemdste strand van Bali.

Direct zijn op maandag 28 jongens in de boeien geslagen op verdenking van prostitutie. Het ging hier zeker niet om schandknapen, maar goed geschouderde beachboys, die aasten op de golf van eenzame westerse toeristes.

De documentaire richt zich op de beroemde Gigolo’s van Bali. Deze jongens uit Bali en Java tonen zich ware talenwonders, en kunnen in het Engels, Frans, Duis, Nederlands en ook in het vloeiend Japans alle toeristes op het strand aanspreken. Met name bij de dames in Japan staat Bali hierdoor  bekend als een waar seksparadijs.

Voor ingewijden in Jakarta en Bali was dit al jaren bekend. In een eerder bezoek aanschouwde ik al de vruchten van deze geëmancipeerde relaties tussen Indonesiërs en buitenlanders. In het beroemde restaurant Warung Made in Kuta zag ik een hele tafel vol gezonde Europese vrouwen van begin veertig met iets jongere Balinese echtgenoten, omringd door hun koffiekleurige kinderen. Het was een leuk gezelschap, dat gezellig samen aan de lunch begon. Het leek een welkom alternatief voor de wereldwijde bekende relaties tussen grote westerse mannen en miniscule Aziatische meisjes, die vanuit alle hoeken cynische reacties uitlokken.

Maar ook de interculturele relaties tussen Balinese mannen en buitenlandse vrouwen worden nu in Indonesië met grote sensatiezucht en de nodige argwaan besproken. “Gigolo’s veroveren Bali’ kopt het in de betere Indonesische tabloids.

De Indonesische wet maakt prostitutie strafbaar, maar het zal lastig worden om te bewijzen dat de beachboys van Kuta werkelijk geld vroegen voor hun diensten. Intussen is de politie op Bali ook bezig met het betere recherchewerk. Vorige week werd na een lange zoektocht en vele slachtoffers de 28-jarige Timorees Silva da Costa gearresteerd. Hij zou een schoolmeisje hebben verkracht. Maar hij is ook in verband gebracht met een reeks van gruwelijke verkrachtingen die de Balinese hoofdstad Denpasar teisteren de afgelopen maanden. Alle slachtoffers waren jonge Balinese meisjes. Onduidelijk is of hij werkelijk de serieverkrachter is. Maar de Indonesische media lijken de serieverkrachtingen te zijn vergeten. De televisiezenders zijn en masse als een blok gevallen voor een hele andere affaire op Bali: ‘Cowboys in Paradise.’

‘Cowboys in Paradise’ is te vinden op youtube.com

maart 16, 2010

Polygamist tegen wil en dank

Filed under: Uncategorized — lepeltak @ 4:00 am

De Women's International Club-reconstructie van een Peranakan-huwelijk tussen een Chinees-Indonesische vrouw en Hollandse man, tijdens Chinees nieuwjaarsviering.

Een grote verrassing stond te wachten, toen ik gisterochtend vroeg een Bluebird Taxi had besteld. Een vrouwelijke taxichauffeur stond voor mijn huis, en deed vriendelijk de autodeur voor mij open.

Djenneke werkt al enkele jaren als chauffeur voor Blue Bird.

Ze is een van de vijftig vrouwelijke taxichauffeurs van de Jakartaanse taxigigant Blue Bird, dat totaal circa zevenduizend chauffeurs in dienst heeft.

“Thuis zitten kan niet. Ik heb vier kinderen die moeten eten,” vertelde de 42-jarige Djenneke. Ze kwam uit het afgelegen eiland Tahuna, ten noorden van Manado in Noord-Sulawesi. “Het is a bijna Mindanao in de Filipijnen,” lachtte Djenneke. Minder vrolijk was ze over haar man, een moslim die had geprobeerd haar te bekeren tot moslim.

“Maar ik ben overtuigd christen, dus dat wilde ik niet. Toen is hij er maar met een andere vrouw van door gegaan,” vertelde ze enigszins bitter, terwijl ze geroutineerd door de verkeersfile manoeuvreerde.

Haar echtgenoot wilde polygamie, maar dat paste niet in Djenekke’s christelijke geloof. Maar ook onder moslimvrouwen in Indonesië zijn de meningen verdeeld over polygamie.

Veel Indonesische moslima’s zijn er pertinent tegen. Vooral de ‘nikah siri,’ oftewel moskeehuwelijken zijn een steen des aanstoots. Deze semi-illegale moskeehuwelijken worden niet bij het ministerie van Godsdienst gemeld, en worden door veel mannen misbruikt. In elk dorpje op de archipel trouwen ze een meisje. Maar de nikah siri’s hebben later grote gevolgen voor het gezinsleven.

Zonder huwelijksregistratie en dus zonder officiële vader kan een Indonesische vrouw haar kinderen niet registreren bij de overheid. Dit maakt het verkrijgen van een geboorteakte voor kinderen uit de moskeehuwelijken onmogelijk, met grote gevolgen voor schoolregistratie en overheidshulp.

Indonesische vrouwen lijken schoon genoeg te hebben van de trouwpraktijken, en vrouwelijke politici willen het aan banden leggen. First Lady Kristiani Herawati, de echtgenote van president Yudhoyono heeft de wet haar volle politieke steun gegeven.

Een nieuwe ontwerp-wet maakt de moskeehuwelijken strikt verboden. Mannen moeten eerst concreet schriftelijke toestemming hebben van hun eerste vrouw, voordat zij een tweede vrouw nemen.

De ontwerp-wet lag lange tijd in het oerconservatieve Ministerie van Godsdienst. Meteen doken vreemde ideeën op over het verder uitbreiden van de wet.

Het meest omstreden was het idee om buitenlandse mannen een borg te laten betalen van vijfhonderd miljoen roepiah, omgerekend circa 35 duizend euro, om een Indonesische vrouw te mogen trouwen. Het door corruptie geplaagde ministerie van Godsdienst neemt de borg in ontvangst, dit alles ter bescherming van de Indonesische vrouw. Het wetsontwerp kwam uit streng-islamitische hoek binnen het ministerie.

Vrouwenactivisten vragen zich in de media nu of hoe ze het borgbedrag getaxeerd hebben: Zijn Indonesische vrouwen slechts vijftigduizend dollar waard? Waarop is dit bedrag gebaseerd? Zijn we in de uitverkoop gegooid?

Conservatieve moslimleiders gebruiken de kritiek om de algehele ontwerpwet onderuit te halen. De minister van Godsdienst Surydharma Ali protesteerde zelf tegen de wet, die teveel het religieuze privédomein van Indonesiërs zou betreden.

Zelf kreeg ik plotseling vorige maand meer zicht op polygamie, toen de gezaghebbende Women International Club in Jakarta een beroep op mij deed. Voor de huldiging van het Chinese nieuwjaar hadden zij in februari een grote ceremonie, waarbij een Peranakan-huwelijk tussen een Chinees-Indonesische vrouw en Nederlandse man werd gereconstruëerd.

De charmante WIC-vice-president wist mij te overtuigen dat het leuk zou zijn om deel te nemen aan het toneelstukje als de Nederlandse bruidegom. “Je krijgt een hele mooie Chinese bruid,” beloofde ze, en je moet gewoon je echte vrouw meenemen.”

Met een strakke blik gaf mijn vrouw thuis uiteindelijk toestemming. Het was immers voor de WIC. Gehuld in een Chinees trouwkostuum stond ik een week later met knikkende knieën plotseling voor tweehonderd grinnikende vrouwen uit Jakarta’s high society. “Zoenen, zoenen,” begonnen ze uiteindelijk te schreeuwen. De toneelvrees sloeg meedogenloos toe in het aanzicht van de joelende vrouwen. Eigenlijk wilde ik hard het podium afrennen, en kwam ik tot de conclusie: Polygamie is toch niet voor mij weggelegd.

maart 8, 2010

Let the games begin

Filed under: Uncategorized — lepeltak @ 3:52 am
Tags: , ,

Demissionair minister van Economische Zaken Maria Van der Hoeven bezocht Jakarta tijdens de climax van het Bank Century schandaal. (Eigen foto)

Minister van Economische Zaken Van der Hoeven koos een spannende week om Jakarta te bezoeken.

Op woensdag 3 maart besloot het Indonesisch parlement dat de staatssteun van 6,7 triljoen roepiah (omgerekend meer dan vijfhonderd miljoen euro) aan het noodlijdende Bank Century illegaal was.

Het vormde de climax van een maandenlange parlementaire enquete.

Hiermee is de strijd om de macht werkelijk begonnen tussen president Yudhoyono en zijn politieke vijanden.

De Indonesische commerciële bank viel eind 2008 bijna om, waarna minister van Financiën Sri Mulyani Indrawati en de toenmalige centrale bank-gouverneur Boediono besloten Bank Century met kapitaalinjecties te redden.

In juli vorig jaar won president Yudhoyono met een overweldigende 62 procent van de stemmen. Met een krachtig mandaat begon de 60-jarige oud-generaal aan zijn tweede regeringstermijn.

En toen roken de oppositiepartijen opeens bloed rondom Bank Century. De staatssteun voor Bank Century was in de loop van 2009 inmiddels gestegen van 632 miljard roepiah (ca 50 miljoen euro) tot 6,7 biljoen roepiah (ca. 536 miljoen euro). Machtige personen in Jakarta’s zakenelite waren rekeninghouders, en hadden grote baat bij de kostbare staatssteun. Yudhoyono’s ministers beargumenteerden dat de kapitaalinjecties een kettingreactie in het bankwezen moesten voorkomen.

Eindelijk had Megawati’s partij PDI-P nu een schandaal gevonden, dat weleens de nagel aan Yudhoyono’s grafkist kan zijn.

Maar ook coalitiegenoot Golkar had nog een appeltje te schillen met Yudhoyono’s nieuwe vice-president Boediono en minister van Financiëen Sri Mulyani. De huidige Golkar-godfather en voormalig vice-president Jusuf Kalla botste regelmatig met de twee technocraten, die een streng en conservatief rentebeleid bepleiten. Zakentycoon Golkar en zijn ondernemende partij Golkar willen juist lage rentes en gemakkelijker lenen van banken. In 2009 nam de nog rijkere zakentycoon Aburizal Bakrie het Golkar-voorzitterschap over van Kalla.

Het mijnbouwbedrijf van de zakentycoon wordt verantwoordelijk gesteld voor de modderramp in het dorpje Sidoarjo, Oost-Java. Daar stroomt sinds 2006 na gasboringen hete modder uit een bouwput dat grote delen van Oost-Java heeft bedekt.

Golkar toonde zich de afgelopen weken de grootste Brutus richting president Yudhoyono. Bakrie was een betrouwbare bondgenoot van Yudhoyono, maar had nog wat af te rekenen met zijn minister van Financieën Sri Mulyani. Tijdens het hoogtepunt van de economische wereldcrisis in het najaar van 2008 werd besloten de Beurs in Jakarta tijdelijk te sluiten. De aandelenkoers van verschillende bedrijven kwam in een vrije val terecht, en met name Bakrie’s bedrijven verloren veel waarde op de Beurs.

Maar na vele dagen vond minister van Financiëen het wel genoeg geweest, de beurs moest weer open. Dit was de eerste botsing met Bakrie. Het tweede conflict was gekoppeld aan minister Mulyani’s jacht op belastingontduikers.

Mulyani was zo voortvarend bezig dat ook enkele topdirecteurs in Bakrie’s mijnbouw-concern een reisverbod kregen. Een dochterbedrijf van Bakrie, rijk uit oa mijnbouw, telecom, onroerend goed en palmolie, worstelt al lange tijd met belastingproblemen.

De afgelopen weken sloot Golkar, dat drie ministers leverde voor Yudhoyono’s regering, zich in het Bank Century-schandaal aan bij het oppositieblok van PDI-P, wiens voorzitster Megawati Sukarnoputri een grote persoonlijke wrok heeft jegens Yudhoyono.

Hiermee stelde Golkar-leider Bakrie het geduld en vertrouwen op de proef van president Yudhoyono. Die was vorige maand plotseling on-javaans direct, toen hij tijdens een toespraak aankondigde belastingontduikers keihard te gaan aanpakken.

Het was onmiskenbaar een waarschuwing voor zakentycoon Bakrie. Maar de vloeiend Engels pratende miljardair is niet snel te intimideren. De toespraak gooide zelfs olie op het vuur.

Golkar stelde zich nog harder op in het parlementair onderzoek, met als eis het aftreden van Boediono en Sri Mulyani. Ook de zeer islamitische coalitiegenoten PKS en PPP eisten het vertrek van de twee, temeer omdat zij zich gepasseerd voelen in de keuze van de partijloze Boediono als vice-president.

In de wandelgangen circuleerde zelfs het woord ‘Pemakzulan,’ een impeachment tegen president Yudhoyono.

Maar staatsrechterlijk gezien is zowel een afzettingsprocedure tegen vice-president Boediono of president Yudhoyono een lange ingewikkelde lijdensweg.

Eerst moet duidelijk worden bewezen dat de persoon een misdrijf heeft gepleegd, dan moet het parlement stemmen voor een impeachment-procedure, en dan kan het constitutioneel hof de afzettingsprocedure in gang zetten.

Na de zeer zorgelijke eindconclusie van de parlementaire enquete dat de staatssteun aan Bank Century illegaal was, zal de anticorruptie KPK een strafrechterlijk onderzoek beginnen naar Bank Century.

Intussen hebben de hoofdrolspelers Yudhoyono, Boediono en Bakrie ieder de afgelopen dagen toespraken gegeven.

De president blijft zijn ondergeschikten Boediono en Sri Mulyani steunen.

Bakrie respecteert de president, maar eist geen politieke interventie in het strafrechterlijk onderzoek.

De coalitiepartijen hebben hun eisen wat bijgesteld, en Boediono en Sri Mulyani lijken de dans te hebben ontsprongen. Maar hierdoor kunnen Yudhoyono’s vijanden de komende maanden wel verklaren dat Yudhoyono niet naar het door het volk gekozen parlement luistert. Het ondermijnt zijn eigen mandaat en zijn persoonlijke likeability. Intussen nemen de wel of niet betaalde protestdemonstraties toe. Het gaat nu hard tegen hard.

Let the games begin.


Een afzettingsprocedure in Indonesië bestaat uit zeven stappen:

  1. Het Indonesisch parlement besluit dat een afzettingsprocedure in gang wordt gezet, vanwege:   a. Een wettelijke overtreding: Verraad, corruptie, omkoping, andere zware misdrijven.   b. President en/of vice-president voldaat niet meer aan de reglementen van president of vice-president van de grondwet uit 1945.
  2. Het parlement dient een verzoek tot afzetting in bij het Constitutioneel Hof, met volledig bewijsmateriaal over betreffend misdrijf. Minstens tweederde van het parlement moet verzoek eerst goedkeuren.
  3. Constitutioneel Hof moet in 90 dagen beslissen over verzoek van parlement. Dit hof hoeft het verzoek niet te accepteren als het niet aan formele reglementen voldoet, niet goed beredeneerd is, of reden van afzetting niet bewezen kan worden.
  4. Het besluit van het Constitutioneel Hof over afzetting/impeachment is finaal en wordt wettelijk verbonden aan verzoek van parlement tot afzetting.
  5. Het proces in het Constitutioneel Hof kan gestopt worden als president of vice-president aftreedt gedurende dit proces.
  6. Na afzetting kan president/vice-president alsnog worden vervolgd strafrechterlijk, civiel of in administratieve rechtbank.
  7. Het afzettingsproces komt in Volksraadpleging MPR, dat binnen dertig dagen besluit neemt over afzetting. 75 procent van MPR moet aanwezig zijn.

(Bron: Koran Tempo 2/3 2010)

maart 1, 2010

Een luguber moeras

Filed under: Uncategorized — lepeltak @ 4:54 am
Tags: , ,

Tijdens de openingsplechtigheid van de nieuwe dijk overhandigde Ambassadeur Van Dam de koninklijke onderscheiding van Officier in de Orde van Oranje Nassau aan OGS-directeur Peter Steenmeijer.

Het zoute water en de smerigheid die de Java Zee en de Baai van Jakarta ..jaar in jaar uit.., telkens weer aandroegen en verspreidden over dit bijzondere Ereveld, kunnen wij voor de komende dertig jaar weren.”

Rechter Robbert S. Croll.

President Oorlogsgravenstichting

Op 25 februari hebben President van de Oorlogsgravenstichting, Rechter Robbert S. Croll, en de Nederlandse Ambassadeur Nikolaos van Dam de nieuwe dijk bij het Ereveld Ancol geopend. Op het Ereveld Ancol liggen meer dan tweeduizend Nederlanders begraven. De begraafplaats ligt temidden van een groot recreatiegebied in Noord Jakarta.

De 320 meter-lange dijk moet het water van de Java Zee tegenhouden.

“Een jaar geleden had ik u hier niet kunnen en willen ontvangen,” vertelde de 62-jarige Peter Steenmeijer tijdens een korte toespraak. “Het ereveld was een grote modderpoel, er reden bulldozers en hijskranen rond, tientallen arbeiders sjouwden zware stenen en zand, en de woeste golven van de Javazee overspoelden regelmatig de pas aangelegde werken. Want zo was het altijd geweest: dit gebied was van oudsher een onbewoond en luguber moeras, gelegen ver buiten de bewoonde wereld, een troosteloos gebied dat regelmatig onder water stond. In de Tweede Wereldoorlog was dit de plek waar de Japanners hun krijgsgevangenen executeerden.”

Het afgelegen moerasgebied in Ancol, Noord Jakarta vormde het decor  voor de koelbloedige executies van Nederlandse verzetsmensen tussen 1942 en 1945. Ook onschuldige mensen vonden soms na een lange lijdensweg van martelingen en valse bekentenissen een helse dood. Zoals de 24-jarige Luut Ubels die plotseling gearresteerd werd wegens sabotage. Een Japanse rechtbank veroordeelde haar tot de dood. Achteraf bleek het haar broer, ook L. Ubels genaamd, die verzetsdaden tegen de Japanners ondernam en gezocht werd door de Kempeitai. De executie was echter al voltrokken.

Honderden Nederlanders werden zo dichtbij de haven van Tanjung Priok in het diepste geheim met een Samurai-zwaard onthoofd. De Japanners gooiden vervolgens de lichamen in het moerasgebied dat regelmatig door de Java Zee overstroomd werd.  Door het moeraswater en de opkomende zee bevonden de lichamen van de geëxecuteerden zich razendsnel in een vergaande staat van ontbinding wat identificatie na de oorlog bemoeilijkte.

De directeur Indonesië Peter Steenmeijer besloot daarom vorig jaar geen halve maatregelen te nemen, en gaf opdracht tot het bouwen van een grote dijk.

“De zee moest gestopt worden. Het bouwen van de immense dijk was niet eenvoudig. In dit project lag de uitdaging voor de 320 meter lange zeewering in een landdaling van 2cm per jaar, een beperkte ruimte tussen de zee en het eigenlijke Ereveld, de geringe uitvoeringsperiode in verband met het stormseizoen en de slappe ondergrond,” vertelt Hilko Timmer van ingenieursbureau Witteveen + Bos.

Het is het grootste project dat de ambitieuze directeur en kapitein-ter-zee b.d. Steenmeijer ondernam. “Zitten,” beval zijn nieuwe baas in Nederland, Rechter Robbert Croll tijdens de plechtigheid tegen een enigszins geschrokken Steenmeijer. En toen nam de ambassadeur het woord.

“Hij leidt zijn 130 Indonesische personeelsleden in dienst bij de Oorlogsgravenstichting op meer dan voortreffelijke wijze. Onder zijn bezielende leiding is de vervaardiging van de ca 25,000 graftekens van Nederlandse oorlogsgraven gewijzigd van hardhout naar beton.

Hij heeft grote bouwkundige projecten van de Oorlogsgravenstichting in Indonesië tot een goed einde gebracht.”

Ambassadeur van Dam overhandigde de kapitein-ter-zee b.d. Steenmeijer de hoge koninklijke onderscheiding van Officier in de Orde van Oranje-Nassau.

februari 15, 2010

Indonesie verliest een grote vriend

Filed under: Uncategorized — lepeltak @ 10:38 am
Tags: ,

In Indonesie droeg Ome Jim, hier met de Noord-Sumatraanse gouverneur Pardede, altijd zijn olijfgroene of donkerblauwe Safaripak (Eigen foto)

Afgelopen vrijdagavond zat ik in een karaokezaaltje met mijn Indonesische familie en vrienden, toen plotseling mijn mobieltje overging.

Uit Nederland kwam het droevige nieuws: Jim Janssen van Raaij was overleden.

In Den Haag kende menigeen hem als raspoliticus die altijd zijn eigen standpunten durfde in te nemen, en tevens een gezellige Bourgondier was.

Minder mensen weten dat ‘Jimmy,’ zoals vrienden hem kenden, als kleine jongetje in de Japanse jappenkampen had gezeten. Zijn vader was bijna gestorven tijdens de aanleg van de Birma Spoorweg. “De atoombom op Hirosjima heeft ons leven gered,” vertelde hij me tijdens zijn bezoek aan Jakarta.

Ondanks zijn traumatische jeugdherinneringen in de eilandenarchipel, bezat Jim Janssen van Raaij een enorme liefde voor Indonesie. Hij was geboren op het eiland Bangka en keerde na de oorlog gedwongen terug naar Nederland.

In 2004 was ik zelf nog maar net in Indonesie, toen ik heuglijke nieuws uit Nederland kreeg. Jim Janssen van Raaij kwam naar Jakarta.

Altijd gekleed in een militair safaripak was Ome Jim een man van actie. Zijn vele bezoeken aan Indonesie vormden voor mij het begin van veel komische en soms ook gevaarlijke avonturen.

Een van zijn bezoeken bracht ons naar Sumatra, waar hij als lid van de Lutherse kerk het eiland Nias wilde helpen. Het primitieve eiland was kort na de tsunami in Atjeh getroffen door een zware aardbeving.

Jim Janssen van Raaij kwam hoogstpersoonlijk naar de Sumatraanse stad Medan om polshoogte te nemen. Via zijn grote netwerk, zaten we al snel in de prive-residentie van de almachtige gouverneur van de provincie Noord-Sumatra, Rudolf Pardede en zijn charmante vrouw. In de gastenzaal stelden verschillende predikanten en dominees van protestantse kerken in Sumatra zich voor.

Als een Hollandse generaal zat Ome Jim tussen de stevige Sumatraanse mannen. Iedereen was doodsstil aan het luisteren naar een toespraak van een kerkleider uit Nias. Plotseling zag ik in mijn ooghoek een klein hondje de gastenzaal in lopen. Het was het geliefde huisdier van mevrouw Pardede. Ik was inmiddels te weten gekomen dat de heer van Raaij zelf geen groot liefhebber was van honden.

Het beestje liep de zaal door, langs de schoenen van de doodstille Sumatraanse predikanten. De kleine hond negeerde de dominees, maar bleef plotseling stilstaan bij een groot Hollands been. Daar begon het te kwispelen. Seconden later begon het hondje zelfs tegen het spierwitte been met de safaribroek aan te rijden. Niemand minder dan de heer Janssen van Raaij was het slachtoffer geworden van het hondje.

Intussen bleef iedereen doodstil en ongestoord naar de toespraak luisteren. En toen was de maat vol. De imposante Janssen-Van Raaij wees met zijn grote arm naar de uitgang en riep met militaire stem kordaat: ‘Go away. You go now,” tegen het kleine hondje. Maar het beestje bleef stug tegen het been van de Rotterdamse politicus rijden.

Temidden van de tropische warmte in deze vergadering werkte de gehele scene flink op mijn lachspieren. Eindelijk kwam een assistant van de gouverneur naar Janssen van Raaij gerend om het hondje weg te grissen.

Een dag later vertelde Ome Jim zelf een van zijn vele beroemde anekdotes. Hij sprak namelijk Pasar Maleis, het oude Indonesisch, zonder de nieuwe toegepaste grammatica van de Indonesische republiek. Ome Jim had zelf redelijkerwijs de nieuwe grammatica in zijn Pasar-maleis verwerkt en gaf standaard toespraken in het Indonesisch.

Zo introduceerde hij zich op een keer bij een Indonesisch publiek met de tekst: “Saya lahir di pulau Bangka. Saya hidup di Belanda. Dan saya menginggal di Rotterdam.’ Het publiek gilde het plotseling uit van het lachen.

De heer Janssen van Raaij had zich namelijk versproken: “Ik ben geboren op Bangka. Ik leef in Nederland. En ik ben overleden in Rotterdam.” Per ongeluk had Janssen van Raaij het woord tinggal of te wel verblijven vervoegd naar ‘meninggal,’ met de overtuiging dat dit nu het correcte Indonesisch was. Maar in de huidige Indonesische taal betekent meninggal: overleden zijn.

Daarna maakte ik nog vele avonturen mee met de grijze Emminentie (Zie het verhaal: met Tom Cruise naar Nias.).

Op vrijdag ‘meninggal’ oftewel overleed James Janssen van Raaij in Den Haag op 77-jarige leeftijd.

Indonesie heeft hiermee een grote vriend verloren.

O

februari 13, 2010

Rechtszaak van de Eeuw

Filed under: Uncategorized — lepeltak @ 2:49 am

Twee symphatisanten van Antasari, waarvan een gekleed in t-shirt met Nazi-symbool, demonstreren voor het gerechtsgebouw in Zuid-Jakarta.

Op donderdag elf februari bereikte de ‘Rechtszaak van de Eeuw’ in Jakarta zijn beklemmende climax.

In een zompige rechtszaal zat de eens oppermachtige crimefighter Antasari Azhar gelaten het vonnis af te wachten.

Het Indonesische openbaar ministerie had de doodstraf geëist tegen het voormalige hoofd van de gevreesde anticorruptie-commissie KPK. Hij zou het brein zijn achter de mafia-achtige liquidatie van zakenman Nasruddin in maart vorig jaar.

De zakenman uit Zuid-Sulawesi werd door onbekenden op een brommer door zijn hoofd geschoten, toen hij in zijn BMW richting een golfvereniging reed in Tangerang (Zie verhaal over bloedmooie golfcaddy).

Een fatale liefde zou hebben geleid tot de moord: De schone Rhani was de derde vrouw van polygamist Nasruddin, maar zou het diepe verlangen van Antasari hebben opgewekt.

Ondanks de vijf airco’s in de rechtszaal, dropen donderdag de zweetdruppels van alle gezichten af. Voor het gerechtsgebouw stonden vijftig potige kerels met petjes, oorbellen en protestborden om de vrijspraak te eisen van de charismatische Antasari. Die had ironisch genoeg pakweg tien jaar geleden als officier van justitie gewerkt op precies dezelfde rechtbank van Zuid-Jakarta.

De dagen voor de uitspraak gonste het van de geruchten. Antasari zou doodstraf krijgen, er zou vrijspraak komen, of het zou om een reusachtig politiek complot gaan om de gehate KPK in diskrediet te brengen.

Immers, politicommandant Williardi, die het moordwapen had geleverd, bekende in een eerdere rechtzitting geslachtofferd te zijn door zijn politiesuperieuren. Met als doel Antasari ten val te brengen. Antasari’s partner in het moordcomplot was de zakenman Sigid, die prat ging op zijn contacten tot op het hoogste politieniveau.

Jakarta is de stad van samenzweringen, dus in brede kringen werd deze theorie niet als onwaarschijnlijk beschouwd. Te meer, omdat de gezaghebbende lijkschouwer Mu’nim Idris eind 2009 krantenkoppen haalde met zijn onthulling: Politiefunctionarissen hadden hem benaderd met het verzoek om in het forensisch rapport te schrijven dat Nasrudin met een negen millimeter kogel was doodgeschoten, hetgeen Mu’nim Idris weigerde.

Tegelijkertijd wezen Indonesische journalisten er tijdens het proces fijntjes op dat Williardi zijn getuigenis had veranderd toen een topadvocaat, en tevensbroer van Antasari’s advocaat Juniver Girsang, de verdediging van Williardi had overgenomen.

Imiddels hebben Sigid zestien jaar en Williardi twaalf jaar gevangenisstraf gekregen. Ook vijf mannen die het executieam zouden hebben gevormd, hebben gevangenisstraffen van zeventien en achtien jaar gekregen.

In de sauna-achtige rechtszaal was daarom de spanning voelbaar. Veel camera’s waren gericht op Antasari’s aantrekkelijke vrouw, toen de rechter alle getuigenissen voorlas, meer dan 178 pagina’s in meer dan zeven uur op donderdag.

Zo besprak de Javaanse rechter ook het verzoek in een hotelkamer van de 53-Antasari aan Rhani om een zogenoemde ‘hands-job,’ wat met veel gegiechel en gejoel uit de zaal werd beantwoord. In een eerdere rechtszitting hadden figuranten de gehele scene moeten reconstrueren. Het publiek kreeg al snel de slappe lach, maar de advocaten van Antasari spraken schande over het seksueel getinte toneelstukje van de officiers van justitie.

Maar op donderdag maakte het gegiechel plaats voor grote huilpartijen.

Uiteindelijk kort na vier uur s’middags kwamen de rechters met het vonnis. Antasari kreeg achttien jaar gevangenisstraf. De tranen biggelden over zijn wangen. Zijn familieleden moest huilen, omdat hij zo lang de cel in moet. De familie van de vermoorde Nasrudin huilde, omdat Antasari geen doodstraf had gekregen.

Zowel Antasari’s advocaten als het openbaar ministerie gaan nu in hoger beroep.

februari 1, 2010

Nederlandse Papoealeider Viktor Kaisiepo overleden

Filed under: Uncategorized — lepeltak @ 7:45 am

De op 31 januari overleden Viktor Kaisiepo waarschuwde Papoealeider Nicolaas Jouwe (hierboven) op zijn hoede te blijven in Papoea.

Op 31 januari is Viktor Kaisiepo op 61-jarige leeftijd overleden.

De Papoealeider en zoon van de beroemde Papoea Markus Kaisiepo knokte decennialang voor zelfbeschikking van de Papoea’s.

De afgelopen jaren zocht hij een vreedzame dialoog op met Indonesië om de Papoea’s een betere toekomst te bieden.

De afgelopen weken had ik een interview met de gedoodverfde eerste premier van Papoea, de 86-jarige Nicolaas Jouwe over de toekomst van zijn geboorteland, de dood van Kelly Kwalik en de enorme migrantenstroom naar Papoea.

Ook sprak ik met Muridan Widjojo, senior researcher van het wetenschapsinstituut Lipi, en coördinator van het Papua Peace Network.

Hieronder de twee interviews:

U keert na vier decennia weer terug naar Papoea. Waar gaat u, Nicolaas Jouwe, in Jayapura aandacht aan besteden?

De belangrijkste onderwerpen voor mij zijn onderwijs, gezondheid en het welzijn van de bevolking in Papoea. Het volk moet worden opgeleid en gelijk komen met Indonesië.

De speciale autonomie is al negen jaar aan de gang. Er is nog steeds veel sprake van corruptie, en dat moet glad gestreken worden. Dat geld hebben de Papoea’s recht op.’

Steeds meer stemmen gaan op dat het Indonesische leger zich moet terugtrekken uit Papoea. Bent u het daarmee eens?

‘De aanwezigheid van het leger gaat minder worden, dat is mij verzekerd door de Indonesische regering en de ministers die ik gesproken heb. Ze streven allen naar normale verhoudingen. Het leger zal zich in de nabije toekomst terugtrekken. Maar rust en orde moet hersteld worden, voordat het leger kan wegtrekken.’

Op 16 december heeft de Indonesische politie rebellenleider Kelly Kwalik doogeschoten. Bent u het met de politie eens dat dit bijdraagt aan de veiligheid op Papoea?

‘Kwalik is een grote moordenaar, en uiteindelijk is hij zelf doodgeschoten. Hij heeft zijn eigen mensen omgebracht en ook Indonesiers uitgemoord. Kwalik was eigenlijk een woudloper.

Als je veel mensen vermoordt, dan heb je ook vijanden die jou willen vermoorden.’

Is het momenteel al veiliger op Papoea?

‘Botsingen tussen stammen zullen er altijd zijn. Er zijn altijd stamoorlogen geweest. De Papoea’s houden van een robbertje vechten. Het zijn krijgers. ‘Suku melawan suku.’

Maar Papoea’s zijn ook gewoon mensen die in vrede willen leven. Ook in Nieuw-Guinea komen ze terug naar Papoea. Want Bapak Jouwe is ook terug. Ze vragen zich dan af: ‘Waarom keren wij ook niet terug naar Papoea?’ ‘Pulang sadja.’

De regering gaat voor de terugkerende vluchtelingen uit Nieuw-Guinea huisjes aan de noordkust zorgen, er wordt een enorme nederzetting gebouwd voor die Papoea’s in gebieden waar ze vroeger gewoond hebben. Dat is aardig van de regering.’

Het aantal Indonesische migranten in Papoea nadert de veertig procent en zal de komende jaren nog meer toenemen. Zullen de Papoea’s een minderheid in eigen gebied worden?

‘Het probleem van nieuwkomers moet opgelost worden. Kustbewoners zijn hun grond kwijtgeraakt aan Chinese ondernemingen, die grond hebben overgenomen. Sommige dorpen hebben al hun grond verkocht, ze hebben geen grond meer.

In de jaren zeventig en tachtig kwamen de militairen. Het was de periode van DOM, militair gecontroleerd gebied. En na de militairen kwamen de Chinese ondernemers. De Papoea’s beschikten niet over geld. De militairen zeiden: ‘als je aan geld wil komen, dan moet je je grond verkopen. Zo hebben hele dorpen hun grond verkocht. Dat is een akelige ontwikkeling geweest. Daar wil ik me erg mee bezig houden.’

Interview met Muridan Widjojo

Senior researcher van het wetenschapsinstituut Lipi, en coördinator van het Papua Peace Network, architect van de Papua Roadmap.

De Indonesische regering heeft zijn best gedaan om Papoealeider Nicolaas Jouwe vanuit Nederland terug te laten keren naar Papoea. Waarom is dit voor Jakarta zo belangrijk?

‘Het is deel van de strategie van de Indonesische regering. Ze proberen aan Papoea en de internationale gemeenschap te tonen, dat ze een dialoog willen. Maar het is erg eenzijdig. De regering benadert slechts individuen, zoals de Papoealeider in Nederland Nicolaas Jouwe. Maar de Papoea’s beschouwen hem nu als een verrader.’

‘Vooral de jonge studenten en jonge Papoealeiders zijn erg teleurgesteld in Jouwe. De overheid zal daarom weinig voordeel krijgen aan de terugkeer van Jouwe. De regering heeft voor nieuwe huizen gezorgd voor de honderd mensen die terugkomen uit Nieuw-Guinea. Dit zijn absoluut geen Papoealeiders. Maar dit kweekt ook weer jaloezie van de lokale gemeenschap.

De hulp is heel erg eenzijdig en moet slechts een imago creeren voor de Indonesische regering. Het lost de wortelen van het conflict niet op.’

Met het wetenschapinstituut Lipi in Jakarta heeft u een Papua Roadmap ontwikkeld, dat via een dialoog een einde aan het conflict met de Papoeaanse rebellenbeweging OPM moet brengen. Ontvangt u in Jakarta veel steun voor dit plan?

‘We krijgen in het parlement steun van Golkar en Partai Demokrat, maar niet van PDI-P en PKS. Zij wantrouwen ons. We hebben tijd nodig om de Papoea’s voor te bereiden op een dialoog. En de OPM-groep moet betrokken zijn, anders heeft het geen zin. Dat is het standpunt van het Papua Peace Network. In deze dialoog kunnen we de wortelen van het conflict bespreken.

Maar wie spreekt voor de Papoea’s. De vice-president Jusuf Kalla vroeg het me, en het is moeilijk te beantwoorden. Er zijn zoveel verschillende leiders.’

Op december heeft de Indonesische politie rebellenleider Kelly Kwalik doogeschoten. Bent u het met de politie eens dat dit bijdraagt aan de veiligheid op Papoea?

‘We hebben zijn dood veroordeeld. Het voegt niet toe aan een vriendelijke atmosfeer. Het is een sterk dat de vicieuze cirkel van geweld nog steeds voortduurt.

Ze gebruiken Kelly Kwalik als zondebok. Maar de schietpartijen bij de mijnen van Freeport McMoran in Mimika zullen niet stoppen. Ik was toen al overtuigd dat er opnieuw schietpartijen zullen plaatsvinden.

Er zijn heel veel verschillende mensen betrokken bij de mijnen van Freeport. Mensen die voedsel, woningen en prostituees regelen, die veiligheidsdiensten bieden, politie, Freeport-beveiligers. Het is een hele mix van verschillende groepen.

In Papoea is er ook een lange geschiedenis van felle concurrentie tussen politie en het leger. In 1996 tot 1998 schoten militairen en agenten op de daken van elkaars hoofdkwartier.’

« Vorige paginaVolgende pagina »

Blog op WordPress.com.